Situatie op 01 januari 2024 zoals bekend in db2p op 03 oktober 2024
Stelsels en soorten plannen
Hoe worden aanvullende pensioenen opgebouwd?
Omdat mensen steeds mobieler zijn tijdens hun loopbaan hebben ze gemengde loopbanen en bouwen ze door de jaren vaak aanvullend pensioen op tijdens verschillende jobs. Zelfs in verschillende stelsels en in verschillende soorten plannen.
86% van de aangeslotenen bouwde enkel aanvullend pensioen op als werknemer
Zowel werknemers als zelfstandigen kunnen aanvullend pensioen opbouwen. Iemand die als werknemer én als zelfstandige werkt(e) kan een aanvullend pensioen opbouwen (hebben opgebouwd) in beide stelsels.
3.791.296 aangeslotenen (bijna 86%) hebben verworven reserves opgebouwd in het stelsel van de werknemers. Minder dan 10% van alle aangeslotenen heeft enkel verworven reserves opgebouwd in het stelsel van de zelfstandigen. Ruim 7 % van alle aangeslotenen bouwde aanvullend pensioen op als werknemer én als zelfstandige.
Van de mensen met een aanvullend pensioen opgebouwd in één stelsel heeft ongeveer de helft ‘slapende’ rechten, al dan niet in combinatie met actieve rechten. Bij de (zuivere) werknemers is dat aandeel 56% en bouwt 44% dus enkel aanvullend pensioen op in hun huidige job (actief aangesloten) en niet in een eerdere job. Bij de (zuivere) zelfstandigen is het aandeel met ‘slapende’ rechten 51% en bouwt 49% dus enkel extra pensioen op in hun huidige zelfstandige activiteit.
Dat ligt anders bij de mensen met een aanvullende pensioenopbouw in beide stelsels. Hier combineert 81% van de aangeslotenen ‘actieve’ rechten met oude rechten opgebouwd tijdens een (of meer) eerdere job(s). Slechts 6% van de aangeslotenen in deze categorie is enkel ‘actief’ aangesloten, zonder ‘passieve’ aansluitingen uit het verleden. Zij bouwen dus via hun huidige job(s) pensioenrechten als werknemer én als zelfstandige op.
Steeds meer werknemers hebben toegang tot een aanvullend pensioen
In 2024 zijn er 120.778 aangeslotenen bij gekomen met enkel verworven reserves binnen het stelsel van de werknemers (+ 3,29 %). Ook het aantal aangeslotenen in de categorie ‘werknemer en zelfstandigen’ is in 2024 met 6,56 % toegenomen, alleen de categorie met enkel verworven reserves als zelfstandige is (licht) gedaald (- 2,09%).
De grafiek kan worden gefilterd worden op basis van de status van de aangeslotene. Zo kunnen we bv. enkel kijken naar de aangeslotenen die vandaag nog nieuwe aanvullende pensioenrechten opbouwen via hun huidige job (actief). De categorie (zuivere) werknemers neemt toe met 2,64 %, het aantal (zuivere) zelfstandigen neemt af (-3,19 %) en het aantal aangeslotenen met verworven reserves als werknemer en als zelfstandige stijgt het sterkst, + 6,08 %.
Ongeveer de helft van alle aangeslotenen heeft meer dan één pensioenplan
Mensen zijn steeds mobieler tijdens hun loopbaan en bouwen door de jaren vaak aanvullend pensioen op tijdens verschillende jobs (in meerdere pensioenplannen). 52% van alle aangeslotenen (ca. 2,4 miljoen) heeft meer dan één aanvullend pensioenplan. Bij de aangeslotenen met enkel aanvullend pensioen als werknemer heeft 56% slechts één pensioenplan. Bij de (zuivere) zelfstandigen is dat 49%. Aangeslotenen met zowel reserves als werknemer én als zelfstandige hebben per definitie meerdere aanvullende pensioenplannen.
Veel werknemers aangesloten bij een sectorplan, zelfstandigen vooral bij een VAPZ
Werknemers kunnen hun aanvullend pensioen opbouwen in verschillende soorten plannen.
- 2.529.270 werknemers zijn aangesloten bij een sectorplan. In dat geval organiseert de bedrijfssector het aanvullend pensioen en geldt het plan voor alle werknemers in de sector. De gemiddelde verworven reserve voor dit soort plan bedraagt € 2.437 .
- Ongeveer 2,3 miljoen werknemers is aangesloten bij een (of meerdere) collectieve ondernemingsplan(nen). Hier neemt de werkgever zelf het initiatief om een aanvullend pensioen in te voeren voor alle (of een deel van de) werknemers van de onderneming. Met € 28.600 heeft dit soort pensioenplan de hoogste gemiddelde verworven reserve binnen de pensioenplannen voor werknemers.
- Indien er voor alle werknemers in een onderneming reeds een collectief aanvullend pensioenstelsel bestaat, dan kan een werkgever ook, onder strikte voorwaarden, aan één welbepaalde werknemer een individueel ondernemingsplan toekennen. 7.699 werknemers hebben een zo’n pensioenplan, de gemiddelde verworven reserve bedraagt hier € 19.389.
- Verder hebben 1.314 personen op 1 januari 2024 een Vrij Aanvullend Pensioen voor Werknemers (VAPW). De gemiddelde verworven reserve bedraagt hier € 3.235.
- Ten slotte zijn er nog ongeveer 315.000 werknemers aangesloten bij één of meer ‘andere werknemersregelingen’. Dit zijn vooral aansluitingen bij onthaalstructuren of oude beperkte regelingen. De gemiddelde aangeslotene binnen deze soort plannen heeft € 14.552 aan verworven reserves.
Voor zelfstandigen waren er op 1 januari 2024 drie soorten plannen mogelijk.
- 551.959 zelfstandigen hebben zelf een Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ) en/of RIZIV overeenkomst afgesloten. De gemiddelde verworven reserve voor dit soort pensioenplan bedraagt € 20.183
- Ongeveer 250.000 zelfstandigen zijn aangesloten bij een pensioenplan voor zelfstandige bedrijfsleiders (individueel of collectief). Hier voert de vennootschap een pensioenplan in voor één, meerdere of alle zelfstandige bedrijfsleiders van de vennootschap. Voor dit soort plannen bedraagt de gemiddelde verworven reserve € 84.767.
- Ten slotte hebben meer dan 6.900 zelfstandigen een vrij aanvullend pensioenplan voor zelfstandigen actief als natuurlijk persoon (VAPZNP) afgesloten. De gemiddelde verworven reserve voor dit soort plan bedraagt € 29.730.
Collectieve ondernemingsplannen in vijf jaar sterker gestegen dan sectorplannen, 1% meer VAPZ overeenkomsten in 2024
Tussen 1 januari 2018 en 1 januari 2024 zijn er 31% meer aangeslotenen met een collectief ondernemingsplan. In diezelfde periode zijn er 26% aangeslotenen met een sectorplan bijgekomen. Op 1 januari 2024 zijn er bijna 1% minder aangeslotenen met een individueel ondernemingsplan dan het jaar voordien.
Bij de pensioenplannen voor zelfstandigen zien we dat het aantal aangeslotenen met een zelfstandige bedrijfsleider plan gelijke tred houdt met het aantal aangeslotenen met een VAPZ en/of RIZIV overeenkomst. Beide soorten pensioenplannen hebben in 2024 ongeveer 15% meer aangeslotenen dan op 1 januari 2018. In het zesde jaar van de VAPZNP overeenkomsten zijn er ongeveer 1% meer aangeslotenen met zo’n pensioenplan.
Meer dan 100 miljard aan reserves op aanvullende pensioenrekeningen in België
Deinrichter van het pensioenplan kan de pensioenreserves laten beheren door een verzekeraar (VZ) of een pensioenfonds (IBP). 3.707.170 mensen zijn aangesloten bij een pensioenplan beheerd door een verzekeraar. Pensioenfondsen beheren de pensioenreserves van 2.039.611 aangeslotenen.
Bij een verzekeraar kan het aanvullend pensioen beheerd worden via een verzekeringsproduct met gewaarborgd rendement (tak 21) of via een verzekeringsproduct zonder gewaarborgd rendement (tak 23). Met ongeveer 3,2 miljoen aangeslotenen is een tak 21 veruit het populairste product. Alle verzekeraars samen beheren 81% van alle verworven reserves, dit komt neer op 76.438 miljoen euro aan reserves (€ 76 miljard).
Ongeveer 2 miljoen mensen zijn aangesloten bij een pensioenplan beheerd door een pensioenfonds. De pensioenfondsen beheren dus nog ongeveer 18,6% van alle verworven reserves, zo’n 21.048 miljoen euro aan reserves (€ 21 miljard).
Tot slot zijn er ook nog enkele pensioenplannen van openbare werkgevers die niet bij een erkende pensioeninstelling zijn geëxternaliseerd.Deze plannen hebben op 1 januari 2024 13.483 aangeslotenen met een totale verworven reserve van 37 miljoen euro.
Definities
Sommige mensen bouwen een aanvullend pensioen op terwijl ze werken. Werknemers kunnen een aanvullend pensioen opbouwen als hun werkgever of bedrijfssector een aanvullende pensioenplan aanbiedt of ze kunnen er ook zelf een opbouwen via een vrij aanvullend pensioen voor werknemers (VAPW). Zelfstandigen kunnen een aanvullend pensioen voor zichzelf voorzien door een overeenkomst af te sluiten bij een pensioeninstelling. Bij pensionering wordt het aanvullend pensioen (of tweedepijlerpensioen) uitbetaald bovenop het wettelijk pensioen (eerstepijlerpensioen).
Het pensioensparen (derdepijlerpensioen), dat mensen individueel – los van hun beroep – op eigen initiatief kunnen doen bij een bank of verzekeraar, wordt hier niet beschouwd als ‘aanvullend pensioen’.
- Werknemer of zelfstandige die is aangesloten bij een aanvullend pensioenplan en aanvullende pensioenrechten opbouwt of heeft opgebouwd.
- In onze cijfers is een aangeslotene: elke persoon waarvoor er op 1 januari van het betrokken jaar een rekeningstand met pensioenreserves is geregistreerd in db2p door de pensioeninstelling.
Pensioeninstellingen geven jaarlijks de stand van de rekening van de aangeslotene door aan db2p. Het gaat telkens om de situatie van de individuele pensioenrechten op 1 januari van het betrokken jaar (of dus het evaluatiejaar).
Iemand is ‘actief aangesloten’ als hij/zij enkel één of meerdere actieve aansluiting(en) heeft bij een aanvullend pensioen.
Iemand is ‘passief aangesloten’ als hij/zij enkel één of meerdere inactieve aansluiting(en) heeft bij een aanvullend pensioen.
Iemand is ‘zowel actief als passief aangesloten’ als hij/zij zowel tenminste één actieve als één inactieve aansluiting heeft bij een aanvullend pensioen.
Een aansluiting is ‘actief’ als de aangeslotene in zijn huidige job bijkomende pensioenrechten opbouwt bij het aanvullend pensioenplan. Bijvoorbeeld als de werknemer nog in dienst is bij de inrichter (werkgever of sector) of als de zelfstandige nog bedrijfsleider is van de inrichter (vennootschap) of als de aangeslotene nog bijdragen stort in het VAPZ, VAPW of VAPZNP.
Een aansluiting is ‘inactief’ als de aangeslotene in het verleden wel aanvullend pensioen opbouwde, maar op dit moment geen bijkomende pensioenrechten meer kan opbouwen in het aanvullend pensioenplan. Bijvoorbeeld als de werknemer niet meer in dienst is bij de inrichter (werkgever of sector) of als de zelfstandige geen bedrijfsleider meer is van de inrichter (vennootschap) of als de aangeslotene afgelopen jaar geen bijdragen meer stortte in het VAPZ, VAPW of VAPZNP. De al opgebouwde pensioenreserves worden dan achtergelaten in het pensioenplan van de eerdere (oude) werkgever, sector of vennootschap, …
Dit is het bedrag aan pensioenreserves die een aangeslotene op een bepaald ogenblik heeft opgebouwd en die verworven zijn. Deze reserves kunnen niet meer worden afgenomen van de aangeslotene en kunnen worden overgedragen naar een andere pensioeninstelling indien de aangeslotene bij nieuw pensioenplan wordt aangesloten. Het betreft telkens de verworven reserve van op 1 januari van het evaluatiejaar.
Dit is een pensioenplan dat binnen een paritair comité wordt ingevoerd en voor de hele bedrijfssector geldt. Zo bestaan er bijvoorbeeld sectorplannen in de bouw, de voedingsnijverheid, de scheikundige nijverheid, de non-profitsector, …
Het ondernemingsplan is de pensioentoezegging of belofte die een werkgever doet aan één of meerdere werknemers om een aanvullend pensioen op te bouwen. Er bestaan verschillende soorten zoals het pensioenplan van de werkgever (voor meerdere of alle werknemers) en de individuele pensioentoezegging (voor één specifieke werknemer).
- Collectief ondernemingsplan
- Dit is een aanvullend pensioenplan dat door een werkgever wordt ingevoerd voor alle of een deel van zijn werknemers.
- Individueel ondernemingsplan
- Een werkgever kan - onder bepaalde strikte voorwaarden - een aanvullend pensioen beloven aan één welbepaalde werknemer. Men spreekt dan van een individuele pensioentoezegging.
Het VAPW is een aanvullende pensioenovereenkomst die is voorbehouden voor werknemers met een arbeidsovereenkomst (en dus niet voor statutaire ambtenaren en zelfstandigen). De werknemer kiest zelf een pensioeninstelling, een pensioenplan en een jaarlijkse bijdrage. Deze jaarlijkse bijdrage is evenwel gelimiteerd.
Deze restcategorie omhelst vier verschillende types pensioenplannen, aansluitingen bij ‘onthaalstructuren’ en aansluitingen bij ‘oude beperkte regelingen’ zijn veruit de belangrijkste twee binnen deze categorie. De ‘bijzondere individuele overeenkomst’ en de ‘individuele pensioeneis’ zijn de twee andere onderliggende types pensioenplannen.
- Onthaalstructuren
- Dit is een rekening voor de pensioenreserves na uittreding. Als de aangeslotene uit dienst treedt, kan hij/zij er voor kiezen om zijn/haar reserves niet in het pensioenplan te laten, maar over te dragen naar een onthaalstructuur. Een onthaalstructuur is een verzekeringsovereenkomst of een bijzonder reglement binnen een pensioenfonds onderschreven door de inrichter van een pensioenplan (de werkgever of sectorale inrichter) om de achtergelaten of overgedragen pensioenreserves te beheren.
- Oude beperkte regelingen
- Deze regelingen waren reeds beperkt vóór 2011 en de inrichter bestaat niet meer of is niet meer gekend. Een beperkte regeling is een regeling met pensioenreserves die niet langer beheerd worden conform het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst. De pensioeninstelling heeft het pensioenplan 'beperkt' en de reserves teruggebracht tot het niveau dat gewaarborgd kan worden op basis van de reeds betaalde bijdragen.
- Individuele pensioeneis
- Een individuele pensioeneis is de mogelijkheid om na uittreding een eerdere pensioentoezegging op individuele basis verder te zetten. Onder bepaalde strikte voorwaarden kan een aangeslotene na uittreding van zijn/haar nieuwe werkgever (indien hier geen pensioentoezegging bestaat) eisen om bedragen in te houden op zijn/haar loon en door te storten aan een door de aangeslotene gekozen pensioeninstelling.
- Bijzondere individuele overeenkomst
- Dit is een rekening met pensioenreserves die na uittreding worden beheerd zonder band met het pensioenplan van de vroegere of de nieuwe werkgever (of sector). Na de uitdiensttreding kan men er voor kiezen om de reserves over te dragen naar een bijzonder individueel levensverzekeringscontract. Het gaat om een specifiek type van verzekeringscontracten, waarvoor bijzondere regels gelden en die enkel mogen worden aangeboden door verzekeraars die daartoe over een bijzondere erkenning beschikken.
Het VAPZ is een aanvullende pensioenovereenkomst die een zelfstandige kan afsluiten bij een verzekeraar of pensioenfonds. De zelfstandige stort voor de opbouw van dit aanvullend pensioen premies die fiscaal aftrekbaar zijn.
De VAPZ-overeenkomst met RIZIV-toelage is een aanvullende pensioenovereenkomst voor geconventioneerde zelfstandige zorgverleners. Artsen, kinesisten, tandartsen en apothekers krijgen jaarlijks een bedrag van het RIZIV als tegenprestatie voor de tarieven waaraan zij zich als geconventioneerde moeten houden. Die sociale voordelen kunnen zij investeren in een sociaal Vrij Aanvullend Pensioen (VAPZ).
Dit aanvullend pensioenplan wordt door een vennootschap ingevoerd voor één, een deel of alle zelfstandige bedrijfsleiders. Als de toezegging gebeurt voor één welbepaalde bedrijfsleider spreekt men van een individuele pensioentoezegging, indien het een pensioenplan is voor meerdere of alle bedrijfsleiders spreken we van een collectieve pensioentoezegging.
Dit is een pensioenovereenkomst die een zelfstandige actief als natuurlijke persoon, een meewerkende echtgenoot of een helper kan afsluiten om een aanvullende pensioenprestatie op te bouwen naast het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ).
In een tak 21 verzekeringsproduct waarborgt de verzekeringsonderneming een vast rendement.
In een tak 23 verzekeringsproduct waarborgt de verzekeraar geen rendement. De gestorte bijdragen worden geïnvesteerd in één of meerdere beleggingsfondsen en het rendement wordt aan het rendement van deze beleggingsfondsen gekoppeld.
Dit betreft oude pensioentoezeggingen (van voor 1 mei 2018) van publieke werkgevers die gebruik maken van de vrijstelling tot externalisering. Deze pensioenplannen worden niet extern beheerd door een erkende pensioeninstelling (verzekeraar of pensioenfonds), maar worden wel geheel of gedeeltelijk intern beheerd, bv. via provisies in de boekhouding.